Bewegend leren
Bewegend leren rekenen
Cijfers wegspuiten
Laat alle kinderen van je groep alle cijfers van 1-10 of alle getallen van 11-20 verspreid over het plein op de tegels schrijven met stoepkrijt. Geef de kinderen daarna een plantenspuit, een spuitfles of beker water. Jij als leerkracht noemt dan een cijfer en iedereen zoekt op het plein dit cijfer op en spuit het weg. Daarna noem je weer een ander cijfer en opnieuw zoeken de kinderen het cijfer op en spuiten het weg. Ga zo door tot alle cijfers die opgeschreven zijn verdwenen zijn. Als je met bekertjes werkt, zet dan twee emmers water op het plein.
Viersprong
Met Viersprong worden er al springend vier getallen geoefend. Je kunt zelf weten welke getallen voor jouw kinderen van belang zijn.
Eerst schrijft ieder kind die vier getallen op het schoolplein. Het kind staat in het midden en schrijft linksvoor, rechtsvoor, linksachter en rechtsachter een getal. Elk kind heeft dus dezelfde vier getallen.
Daarna gaat ieder kind midden tussen de getallen staan die hij op het plein schreef. De leerkracht noemt één van die getallen en iedereen springt naar dat getal. Daarna wordt er weer een ander getal genoemd en springt het kind daar naar toe.
Variatie: De leerkracht noemt twee getallen achter elkaar en het kind springt eerst naar het eerstgenoemde getal en direct daarna naar het tweede getal dat is genoemd. De oefening is zelfs mogelijk met drie of vier getallen achter elkaar.
Variatie: De leerkracht noemt twee getallen achter elkaar en het kind springt eerst naar het eerstgenoemde getal en direct daarna naar het tweede getal dat is genoemd. De oefening is zelfs mogelijk met drie of vier getallen achter elkaar.
NumberTwister
Ieder kind heeft vier stoeptegels nodig. Twee naast elkaar en twee pal eronder. Dus een vierkant van vier tegels. Ieder kind heeft stoepkrijt en schrijft op iedere tegel een getal, het maakt niet uit welk getal op welke stoeptegel komt te staan. Wij speelden het met de getallen 11, 12, 13 en 14 omdat deze vaak lastig zijn voor kinderen. De leerkracht geeft alle kinderen dezelfde opdracht. Zet één hand op nummer 13, één hand op nummer 11, één voet op nummer 12 en de andere voet op nummer 14. Het geeft de kinderen veel plezier. Ze komen steeds in rare houdingen te staan. Daarna mag het kind weer recht staan en begint het spel opnieuw.
Meten op het plein
Wat is er nu leuker dan van alles op te meten op het plein. De bank, de glijbaan, de evenwichtsbalk. Geef de kinderen per tweetal een flexibele meetlat van 1 meter.
Daarna kunnen ze bijv. ook meten hoe lang het schoolplein is of hoe lang het hek of gras is. De kinderen komen erachter dat ze elkaar nodig hebben. Zo wordt het een mooie coöperatieve meetles.
Rol en keer om
Voor dit spel heb je grote getalkaarten nodig. Voor buiten zijn de grote vinyl cijferkaarten (30 cm bij 30 cm) fijn. Deze kun je hier bestellen. Speel het spel in twee groepen. Geef de ene groep de helft van de getallen t/m 18 en de andere groep de overige helft van de getallen. Geef beide groepen drie (grote) dobbelstenen.
Geef iedere groep een deel van het pein. De kinderen leggen hun getalkaarten verspreid in hun vak met de goede kant naar boven. Elke groep gooit steeds drie dobbelstenen tegelijk. De kinderen tellen de stippen van hun drie dobbelstenen bij elkaar en rennen weg om het goede getal op te zoeken.
Als het goede getal is gevonden mag de kaart omgedraaid worden. Welke groep heeft het eerst al zijn getallen omgedraaid, zij zijn de winnaars. Voor de 1 of 2 moeten de kinderen maar met 1 of 2 dobbelstenen gooien. Leg dit even uit, dat snappen ze prima. Je kunt er ook voor kiezen om de getallen 1 en 2 uit het spel te laten.
Klik hier om de staptegels (30 cm bij 30 cm) van vinyl te bestellen. Ze zijn onmisbaar voor buitenactiviteiten met bewegend leren.
Overlopertje met cijfers
Een eenvoudig maar vrolijk spel om spelenderwijs cijfers te oefenen. De kinderen staan allemaal naast elkaar aan één kant van het plein. De leerkracht houdt een getalkaart omhoog. Niemand mag het getal hardop zeggen. De kinderen die het getal kunnen benoemen mogen naar de overkant rennen. Als ze daar zijn mogen ze hardop roepen welk cijfer het is.
De kinderen die het cijfer weten, zullen snel naar de overkant rennen. De kinderen die het cijfer niet weten rennen ook, maar iets zachter :) Aan de overkant gekomen hebben immers al veel kinderen het cijfer geroepen en kunnen ze ook mee roepen. Hierdoor kunnen zij ook zij de cijfers benoemen. Als iedereen aan de overkant is, houdt de leerkracht het volgende cijfer omhoog.
Je kunt het spel natuurlijk ook met letters spelen.
Je kunt het spel natuurlijk ook met letters spelen.
Getallencombi
Laat de kinderen verspreid over het plein allemaal kleine kaartjes met getallen en hoeveelheden neerleggen.
Leg ergens op het plein de getallen (staptegels) van 1-20 neer op de grond. Alle kinderen gaan een kaartje van het plein pakken en tellen het aantal dat er op vermeld is. Daarna leggen ze hun kaartje bij de staptegel met het juiste getal.
Daarna gaat het kind weer een nieuw kaartje van het plein pakken en bij het juiste getal leggen. Iedereen is heerlijk actief en er wordt wat af geteld! Een fijne rekenles in de buitenlucht. De kaartjes kun je hieronder bestellen.
Misschien heb je al cijferkaartjes in de klas. Je kunt ook hier klikken voor 165 verschillende kaartjes met getallen en hoeveelheden op vinyl. Deze kun je ook buiten gebruiken met bewegend leren.
Getallenwissel
Een leuk rekenspel waarbij iedereen actief mee kan doen met veel beweging en een coöperatieve opdracht.
Leg de getallen van 1 t/m 20 op het plein. Teken met stoepkrijt aan de andere kant van het plein een groot vak op de tegels. Geef alle kinderen een verschillende, kleine getalkaart onder de 20. Als je meer kinderen in je groep hebt, kun je enkele getallen twee keer uitdelen. Zorg dan voor genoeg kleine cijferkaartjes.
Leg de getallen van 1 t/m 20 op het plein. Teken met stoepkrijt aan de andere kant van het plein een groot vak op de tegels. Geef alle kinderen een verschillende, kleine getalkaart onder de 20. Als je meer kinderen in je groep hebt, kun je enkele getallen twee keer uitdelen. Zorg dan voor genoeg kleine cijferkaartjes.
Als eerste zoeken de kinderen op de grond het getal op dat op hun kaartje staat en gaan achter dit getal staan. Als iedereen op zijn plaats staat, geeft de leerkracht een sein en alle kinderen rennen naar het getekende vak op het schoolplein. Hier zoeken ze een vriendje met wie ze hun kaartje ruilen. Ze benoemen beiden het getal dat ze hebben. Opnieuw rennen ze naar de getallen op de grond, zoeken het juiste getal en gaan er achter staan.
Misschien heb je al cijferkaartjes in de klas. Je kunt ook hier klikken voor 165 verschillende kaartjes met getallen en hoeveelheden op vinyl. Deze kun je ook buiten gebruiken met bewegend leren.
Misschien heb je al cijferkaartjes in de klas. Je kunt ook hier klikken voor 165 verschillende kaartjes met getallen en hoeveelheden op vinyl. Deze kun je ook buiten gebruiken met bewegend leren.
Cijferslag
Voor cijferslag heb je cijferkaartjes nodig 0 t/m 5, 0 t/m 10 of 0 t/m 20. Je kunt het spel dus passend maken bij het niveau van je groep. Als je een stuk of 50 kaartjes hebt, kun je het spel langer doorspelen. Plak op de kaartjes met de 0 een medaille (zie download bij cijferslag met bom). Bij de start van het spel hebben alle kinderen een cijferkaart. Zet twee bakken op het plein waar de overige cijferkaartjes op z'n kop in liggen.
De kinderen lopen rond op het plein en zoeken steeds een vriendje op. De cijferkaartjes van de twee worden vergeleken. De getallen worden benoemd en degene die het hoogste getal heeft, is winnaar. Deze krijgt de kaart van de verliezer. De verliezer mag één van de bakken een nieuwe cijferkaart pakken. Als de kaartjes op zijn wordt gekeken welk kind de meeste kaarten heeft. Dit kind is de winnaar.
Een kaartje met een nul en een medaille kan winnen van het hoogste getal wat je inzet. (Dus bijv. van 5, van 10 of 20).
Een kaartje met een nul en een medaille kan winnen van het hoogste getal wat je inzet. (Dus bijv. van 5, van 10 of 20).
Cijferslag met bom
Bij dit spel verdeel je kinderen in twee teams. Eén van de groepen draagt een hesje of lint of een band van crêpepapier, zodat duidelijk is bij welke groep een kind hoort.
Het spel gaat net zoals cijferslag zoals je hierboven kunt lezen. Nu echter mogen de kinderen alleen een vriendje zoeken uit het andere team. Plak op de kaartjes met de 0 een medaille (zie download) en zorg ook per groep voor een kaarten waar je een bom hebt opgeplakt (zie download). Iedereen houdt zijn kaart verborgen. En de kinderen met een bomkaart lopen ook gewoon rond. Zij mogen echter niet zelf naar iemand van de andere groep toestappen maar moeten wachten tot er iemand bij hen komt.
De kinderen lopen rond op het plein en zoeken steeds een vriendje uit de andere groep op. De cijferkaartjes van de twee worden vergeleken. De getallen worden benoemd en degen die het laagste getal heeft, is af en gaat aan de kant zitten. Komt een kind bij een tegenstander die een bom heeft, dan is hij ook altijd af. De groep die als eerste helemaal (m.u.v. de bomdrager) aan de kant zit is verliezer. Het team die dan nog spelers op het plein heeft lopen, is de winnaar.
Kleurenklik
Thema insecten en kriebelbeestjes
Kleurenklik bestaat uit activiteiten met kleuren voor kleuters die je heerlijk buiten met elkaar kunt uitvoeren. Het gaat om goed luisteren, kleuren leren & benoemen, kleuren zoeken & matchen, reeksen maken en heerlijk bewegen!
In dit pakket draait alles om de kleuren van de insecten.
Inhoud van het pakket:
- 10 verschillende groene insectenkaarten, zie voorbeeld hierboven
- 10 verschillende roze insectenkaarten
- 10 verschillende blauwe insectenkaarten
- 11 grote kleurenkaarten, je kunt ook gekleurd papier gebruiken
- een beschrijving van zes verschillende activiteiten
- voldoende materiaal voor meerdere lessen met kleuren
- 10 verschillende groene insectenkaarten, zie voorbeeld hierboven
- 10 verschillende roze insectenkaarten
- 10 verschillende blauwe insectenkaarten
- 11 grote kleurenkaarten, je kunt ook gekleurd papier gebruiken
- een beschrijving van zes verschillende activiteiten
- voldoende materiaal voor meerdere lessen met kleuren
Kleurenklik thema Boerderij
Eén meer/Eén minder
Leg grote cijferplaten op het plein. Je kunt hiervoor de staptegels getallen gebruiken. Leg de cijferplaten een eind uit elkaar.
Zet twee doosjes op het plein met cijferkaartjes van 1-20. De kaartjes moeten geschud ondersteboven in de doos liggen. Na het startsein van de leerkracht, pakken alle kinderen een kaartje en zoeken de grote cijferkaart op die één meer is dan het getal wat ze in hun handen hebben.
Je kunt hetzelfde spel ook spelen zo, dat de kinderen juist de grote cijferkaart opzoeken die één minder is. Als ze de goede grote cijferkaart hebben gevonden, brengen ze hun kaartje naar de doos en leggen hem er ondersteboven in. Ze pakken uit de doos een ander kaartje en gaan weer op zoek naar één meer of minder.
Verspringen & Meten
Deel de groep in tweetallen. Geef ieder kind stoepkrijt en iedere koppel een meetstrook. De koppels verspreiden zich na instructie op het schoolplein. Vertel de kinderen dat ze een startstreep op het plein mogen trekken. Eén kind van het tweetal gaat springen vanaf deze streep. Het andere kind zet met stoepkrijt een streep bij de hak van het kind dat heeft gesprongen.
Daarna meten ze samen op hoever het kind is gekomen. Het andere kind is dan aan de beurt om te springen en probeert nog verder te komen. Als het eerste kind weer aan de beurt is, probeert het zijn record te verbeteren.
Buitenles met cijferkaartjes
Inleiding:
Voor deze les heb je de cijferkaartjes eikels en de cijferkaartjes bladeren nodig. Verdeel de kinderen in twee groepen. Geef iedere groep een vak op het plein of op het veld. In dit vak leggen ze hun set cijferkaartjes verspreid over het vak neer. Na een startsein van de leerkracht mogen de kinderen de kaartjes van hun eigen groep zoeken en moeten ze z.s.m. de getallenrij van 1-10 of 1-20 neerleggen.
Voor deze les heb je de cijferkaartjes eikels en de cijferkaartjes bladeren nodig. Verdeel de kinderen in twee groepen. Geef iedere groep een vak op het plein of op het veld. In dit vak leggen ze hun set cijferkaartjes verspreid over het vak neer. Na een startsein van de leerkracht mogen de kinderen de kaartjes van hun eigen groep zoeken en moeten ze z.s.m. de getallenrij van 1-10 of 1-20 neerleggen.
Kern:
Hiervoor heb je (nep)bladeren en een bakje eikels nodig. De groepen maken wat ruimte tussen alle getallenkaartjes op de grond. De ene groep gaat bij ieder getalkaartje zoveel eikels leggen als het getal dat op het kaartje staat. De andere groep gaat zoveel eikels bij ieder kaartje leggen als op het eikelkaartje staat. Welke groep is de winnaar?
Hiervoor heb je (nep)bladeren en een bakje eikels nodig. De groepen maken wat ruimte tussen alle getallenkaartjes op de grond. De ene groep gaat bij ieder getalkaartje zoveel eikels leggen als het getal dat op het kaartje staat. De andere groep gaat zoveel eikels bij ieder kaartje leggen als op het eikelkaartje staat. Welke groep is de winnaar?
Afsluiting: Hoeveel kinderen zitten er achter je? Eén kind zit in de kring en steeds wijst de leerkracht een paar kinderen aan die achter het kind mag gaan zitten. Kan het kind in de kring raden hoeveel kinderen er achter hem zitten?
De cijferkaartjes voor de herfst zijn fijn om te gebruiken als het gras of plein soms wat vochtig is. Je kunt de kaartjes met een natted doek afnemen en ze zijn erg sterk.
Fijne kaartjes die tegen een stootje kunnen!
Bewegend leren taal
Zoek een object bij je letter.
Leg alle letterkaarten op het plein (de kaarten kun je hier downloaden). Laat de kinderen verspreid op het plein wat verschillende buitenspeelmaterialen neerleggen.
Laat de kinderen tweetallen maken en geef ieder tweetal een letterkaart. De kinderen gaan op zoek naar een object op het plein dat begint met hun letter. Bijv. de 'd' van duikelstang, de 'n' van net, de 'g' van glijbaan.
Je kunt het ook moeilijker maken door iets op te laten zoeken, waar de letter in het midden staat.
Letterbingo
De kinderen gaan op zoek naar letters. Print de onderstaande Letterbingokaarten uit en ga rond de school op zoek naar letters.
Er zijn vier verschillende soorten kaarten met een verschillende kleur. Geef ieder kind een kaart en een potlood. Welke kleur heeft het eerst al zijn letters gevonden in de omgeving?
Letterstoelendans
Dit spel geeft veel pret en ondertussen worden steeds de letters geoefend. Zet de stoelen van de kinderen in de kring.
Ieder kind krijgt een letterkaartje. Misschien heb je letterkaartjes in de klas. Je kunt hier ook klikken voor drie sets verschillende letterkaartjes op vinyl. Deze zijn ook buiten te gebruiken met bewegend leren.
Ieder kind legt het letterkaartje goed zichtbaar op zijn stoel. De leerkracht heeft ook een stapel letterkaartjes van de letters die op de stoelen liggen. De leerkracht zet muziek aan op het digibord (bijv. wat kinderliedjes op You Tube). Als de muziek stopt, gaan alle kinderen op de dichtstbijzijnde stoel zitten. Dan pakt de leerkracht een letterkaart van de stapel. De letter wordt benoemd en er wordt gekeken welk kind er op deze letter zit.
De letter wordt van de stoel gehaald en deze leerling is af. Hij mag nog gewoon meespelen, maar als de muziek stopt, mag hij alleen op een stoel zonder letter gaan zitten. Dan gaat de muziek weer aan en gaat het spel verder. Het kind dat als laatste een nog een letter op zijn stoel heeft liggen, is de winnaar.
Letterrun
Een leuke combi van bewegen, letter herkenning en themawoorden gebruiken. Ieder groepje moet zo snel mogelijk het woord vormen dat de leerkracht omhoog houdt. Verdeel je kinderen in 2 of 3 groepen (meer kan ook). Zorg voor een lege ruimte en zet voor iedere groep een tafeltje aan de kant van het lokaal. Je kunt het spel ook buiten doen.
Iedere groep moet achter zijn eigen tafel ruimte hebben. Hier laat je hen op de grond alle letters van het alfabet neerleggen. Geef ieder groepje een andere kleur letters.
Zorg dat je wat themawoorden in grote letters hebt uitgeprint. Houd steeds één woord omhoog. Alle groepjes moeten zo snel mogelijk dit woord op hun tafel gaan neerleggen. Op de grond zoeken ze de juiste letters. Grappig hoe de kinderen op het voorbeeld kijken en daarna, tijdens het zoeken van de letters, steeds de letter hardop uitspreken voor zichzelf :) De kinderen vinden het een geweldig spel. Je kunt het bij ieder thema opnieuw doen.
Neem geen woorden waar twee keer dezelfde letter in voor komt, dan hebben de kinderen geen letters genoeg.
Neem geen woorden waar twee keer dezelfde letter in voor komt, dan hebben de kinderen geen letters genoeg.
Misschien heb je al letterkaartjes in de klas. Je kunt ook hier klikken voor drie verschillende sets letterkaartjes op vinyl. Deze kun je ook buiten gebruiken met bewegend leren.
Rijmrun
Een prachtig rijmpakket voor bewegend leren bij het thema ridders. Je kunt het pakket meerdere keren gebruiken door de enorme hoeveelheid rijmwoorden.
Het pakket bevat 10 rijmkaarten met heel veel rijmwoorden. De kinderen genieten enorm van het rijmspel. De vrolijkheid spat eraf!
Hier kun je het pakket downloaden.
Er is ook een pakket Rijmrun bij thema mijn lichaam, bij lente, bij insecten, bij camping, bij de boerderij, bij kleding, bij baby, bij wij bouwen een huis, bij de winter, bij de dierentuin, bij de bakker, bij muziek, bij indianen, bij kleding en bij de tuin.
NaamLetters
Bij dit spel gaan de kinderen op zoek naar de letters van hun naam. Leg de staptegels getallen buiten verspreid op het plein of het gras.
Zorg dat je van ieder kind een naamkaartje hebt. Misschien kun je de planbordkaartjes hiervoor gebruiken. Ieder kind krijgt zijn eigen naamkaartje en bij de start staan alle kinderen bij elkaar.
Op een teken van de leerkracht gaat ieder kind de eerste letter van zijn naam op de grond opzoeken. Wie staat er het eerst bij de juiste staptegel? Als iedereen zijn letter heeft gevonden, gaan de kinderen op zoek naar de tweede letter van hun naam. Ze ontdekken dat kinderen dezelfde letter als zij in hun naam hebben, zelfs op dezelfde plaats. Ze ontdekken dat namen kort en lang zijn en oefenen de visuele discriminatie.
Het spel gaat verder tot iedereen alle letters van zijn naam heeft opgezocht. Kinderen die eerder klaar zijn, kijken toe en coachen de leerlingen die nog bezig zijn.
Hierna kun je het spel nog eens doen en ruilen de kinderen hun namen. Ze zoeken dus de letters van de andere naam op. Je kunt het spel ook met themawoorden doen.
Hierna kun je het spel nog eens doen en ruilen de kinderen hun namen. Ze zoeken dus de letters van de andere naam op. Je kunt het spel ook met themawoorden doen.
De 'Staptegels letters' (30 cm bij 30 cm) zijn letterplaten van vinyl die je makkelijk af kunt nemen en dus ook buiten kunt gebruiken. Klik hier voor meer info.
Themaletters
Een erg leuke letteractiviteit bij je thema. Bij deze activiteit kun je gebruik maken van de woordkaarten die je bij al onze thema's kunt vinden.
Print de woordkaarten uit op A3 of A4 formaat en knip ze los. De kinderen krijgen allemaal een woordkaart en lopen rond op het plein of in de klas.
Ieder kind loopt naar een ander kind en kijkt of ze op hun woordkaarten één dezelfde letter kunnen vinden.
Ieder kind loopt naar een ander kind en kijkt of ze op hun woordkaarten één dezelfde letter kunnen vinden.
Na een aantal keer ruilen de kinderen hun kaartje met die van een ander kind. Daarna start het spel opnieuw.
Je kunt het ook moeilijker maken door een kind op te zoeken die een kaartje heeft waar twee dezelfde letters op staan als op het eigen kaartje. Of zelfs drie letters. Laat de kinderen altijd de letters die overeenkomen benoemen.
Je kunt het ook moeilijker maken door een kind op te zoeken die een kaartje heeft waar twee dezelfde letters op staan als op het eigen kaartje. Of zelfs drie letters. Laat de kinderen altijd de letters die overeenkomen benoemen.
Letteroverlopertje
Deze activiteit kun je uitvoeren met de woordkaarten die je bij alle thema's kunt vinden. Print de woordkaarten uit op A3 of A4 formaat en knip ze los. De kinderen krijgen allemaal een woordkaart en naast elkaar aan één kant van het plein staan.
Midden op het plein staat een kind die een staptegel met een letter omhoog houdt. De letter wordt benoemd en de kinderen kijken of ze deze letter in het woord van hun woordkaart hebben.
Het kind midden op het plein legt de letter op de grond en roept 'go'. Alle kinderen die de letter op hun woordkaart hebben rennen naar de overkant. Het kind die de staptegel heeft laten zien, probeert zoveel mogelijk kinderen te tikken. Samen wordt er geteld hoeveel kinderen er zijn getikt. Daarna gaat iedereen weer terug naar zijn plaats. Het spel begint opnieuw en het kind midden op het plein houdt een nieuwe staptegel met een andere letter omhoog.
'k Heb een letter in mijn hand...
Neem voor dit spel een stuk of vijf letterkaartjes. Misschien heb je zelf letterkaartjes, maar de letterkaartjes van Kleuteridee kun je binnen en buiten gebruiken. Laat de kinderen een kring maken en laat ze in kleermakerszit op de grond zitten.
Geef aan vijf kinderen een letterkaartje. Daarna zingen we met elkaar het lied:
Geef aan vijf kinderen een letterkaartje. Daarna zingen we met elkaar het lied:
'k Heb een letter in mijn hand,
Die gaat reizen door het land,
Is hij hier, is hij daar,
Als j' m ziet dan zeg je 't maar.
Die gaat reizen door het land,
Is hij hier, is hij daar,
Als j' m ziet dan zeg je 't maar.
De melodie van het lied vind je hier. Onder het zingen worden de kaartjes met de klok mee doorgegeven aan kinderen die naast elkaar zitten. Als het lied uit is mogen de kinderen die een letter hebben deze omhoog houden. Ze benoemen de letter hardop. Weten ze hem niet, dan mag een ander kind de letter benoemen. Een leuke manier om spelend de letters te verkennen!
Letterestafette
Voor dit spel heb je letterkaartjes nodig. Gebruik één, twee of drie volledige alfabetten. Laat de kinderen alle kaartjes verspreid op het plein of veld neerleggen met de letters naar boven.
Verdeel de kinderen in twee groepen en zet voor iedere groep een lege schoenendoos op het plein. Nu kan het spel starten. De leerkracht roept een letter en laat die letter zien. Dan gaan alle kinderen op zoek naar de letter. De kinderen die deze letter vinden leggen hem in de schoenendoos van hun eigen groep. Daarna roept de leerkracht weer een andere letter en de kinderen gaan weer op zoek. Het spel gaat door tot alle letters zijn geweest.
De groepjes tellen zelf hoeveel letterkaartjes ze hebben gevonden. De groep met de meeste kaartjes is winnaar.
De groepjes tellen zelf hoeveel letterkaartjes ze hebben gevonden. De groep met de meeste kaartjes is winnaar.
Letterdief
Erg leuk is een letterspel met de Letterdief. Je hebt hiervoor een hoepel, pylonen en letterkaartjes nodig. Het is natuurlijk helemaal leuk als je een boevenpakje hebt.
Eén kind is verkleed als Letterdief. Hij staat op het plein of grasveld met een hoepel. De andere kinderen staat in een lange rij aan de kant van het plein. De letterdief legt twee of drie letters in de hoepel. Daarna komen de kinderen kijken welke letters er in de hoepel liggen. Als ze het goed in zich opgenomen hebben gaan ze weer aan de kant van het plein staan met de rug naar de letterdief. De letterdief pakt een kaart uit de hoepel en stopt hem in zijn zak, daarna rent hij bij de hoepel vandaan.
De kinderen mogen bij de hoepel komen en moet zonder het hardop te zeggen bedenken welke letter de Letterdief heeft gestolen. Als ze weten welke letter hij in zijn zak heeft, mogen ze proberen de Letterdief te tikken. Bij het tikken zeggen ze de letter waarvan ze denken dat die in de zak van de Letterdief zit. Heeft de tikker het goed geraden, dan is de tikker de nieuwe Letterdief.
Hier kun je de leuke letterkaartjes voor de Letterdief vinden. Je kunt ze ook gebruiken bij het boek 'Alfabet'. Klik hier voor de download.
Hak-en Plakmat
Hoera! Eindelijk kunnen de kinderen bewegen onder het leren lezen.
Niet meer stil achter een tafeltje zitten, maar leren met je hele lijf, waardoor beide hersenhelften actief zijn.
Hakken en plakken is het woord wordt eerst in stukjes (klanken) hakken en daarna weer aan elkaar plakken.
Dit kun je ook zoemend of zingend doen. De mat is er met drie of vier vakken. Klik voor meer mogelijkheden bij de mat op deze link.
Niet meer stil achter een tafeltje zitten, maar leren met je hele lijf, waardoor beide hersenhelften actief zijn.
Hakken en plakken is het woord wordt eerst in stukjes (klanken) hakken en daarna weer aan elkaar plakken.
Dit kun je ook zoemend of zingend doen. De mat is er met drie of vier vakken. Klik voor meer mogelijkheden bij de mat op deze link.
Woordtikkertje
Echt een heerlijk tikspel, waarbij de kinderen voluit met taal, letters en woorden bezig zijn. Eerst bedenk je een woord waar het tikspel over gaat.
Wij werken over het thema bos en hebben de letters van het woord 'bos'in de klas al aangeboden. Ons woord is dus 'bos'. Geef alle kinderen een letterkaartje met een letter van het woord. Zorg dat je van alle letters ongeveer evenveel kaartjes in het spel hebt. Hang het woord op de muur, zodat kinderen altijd weten hoe het woordbeeld is.
Wijs één of meer tikkers aan. De kinderen rennen over het plein met de letter in hun hand. De tikker probeert zoveel mogelijk kinderen te tikken. Zij moeten op de bank zitten. Zodra er drie kinderen op de bank zitten die met hun letterkaartjes het woord 'bos' kunnen maken, zijn deze kinderen weer vrij en rennen met hun kaartje het plein op om weer aan het tikspel deel te nemen. De leerkracht wijst na een aantal minuten een nieuwe tikker aan.
Misschien heb je al letterkaartjes in de klas. De kaartjes hieronder zijn erg fijn als je buiten beweegt en leert. Je kunt ook hier klikken voor drie verschillende sets letterkaartjes op vinyl. Deze kun je ook buiten gebruiken met bewegend leren.