Tuintjes voor kleuters zijn erg leerzaam. Start met de tuintjes na de voorjaarsvakantie. Ze leren zaaien, poten, onkruid wieden en oogsten. Je kunt het best gebruik maken van smalle kaveltjes die omgeven zijn door straattegels. Laat ieder kind een naambordje maken en lamineer deze kaartjes, zodat ze tegen weer en wind kunnen. Plak ze op een stokje en laat de kinderen het bordje in hun tuintje zetten. Zet een regenmeter in de tuin. De kinderen kunnen dan bijhouden hoeveel neerslag er in de week valt. Hang ook een thermometer op. Het is handig om op een rommelmarkt een heel stel tweedehands laarsjes te kopen en deze op school in de schuur te bewaren. Enkele enthousiaste ouders of opa’s zijn onmisbaar. Hieronder kun je ideeën lezen voor een wekelijks tuinmoment met de kinderen.

De stukje tuin worden verdeeld. Ieder kind zet zijn / haar naambordje in de grond. Het onkruid wordt verwijderd. De kinderen krijgen allemaal een aantal plantuitjes. Ze spannen met twee sokjes een touwtje boven de grond en stoppen de uitjes in een rechte lijn, met genoeg tussenruimte, onder het touwtje in de grond. Het touwtje blijft staan, zodat de kinderen de komende weken precies weten waar ze niet kunnen harken.

Met elkaar bekijken we een uitje dat een week geleden is geplant en zien daar al veel worteltjes aan zitten. Dit tuinmoment wordt er geharkt. Alle kinderen krijgen een viooltje. Deze mogen ze in hun tuintje zetten. Om de kinderen ook op korte termijn al te laten zien hoe zaad ontkiemt, wordt er door ieder kind wat tuinkers gezaaid in een bakje met watten. Deze bakjes worden in de klas gezet.

De tuinkers wordt geoogst. Alle kinderen krijgen een toastje met roomkaas en doen hier wat van hun eigen tuinkers op. De smaak is sterk dus er hoeft maar weinig gebruikt te worden. Deze week gaan de kinderen weer hun tuintje harken. De grond moet fijn zijn omdat er volgende week zaadjes in zullen gaan. In de schooltuin zijn ook nog enkele gemeenschappelijke kaveltjes. In één van deze kaveltjes worden deze middag aardappeltjes gepoot. Dertig centimeter van elkaar. Ieder groepje stopt een aantal aardappeltjes in de grond. De aardappeltjes hebben al een poosje in het water gelegen , zodat er al kleine uitlopers aan zitten.

Deze week worden er zonnebloempitten geplant. In ieder potje gaan twee zaadjes. Mocht er één plantje niet opkomen, dan is er voor dat kind toch in ieder geval één plantje. In ieder potje komt een ijslolliestokje met de naam van het kind. Daarop staat een h of k. De g als het kind voor hoge zonnebloemen heeft gekozen, de d als het kind voor lage zonnebloemen heeft gekozen. De kinderen kunnen hun potje dagelijks water geven met een bidon. Zo is  de hoeveelheid water voor kleuters goed te doseren.

Ook worden er wortelzaadjes gezaaid. Omdat dit zaad erg fijn is, krijgt ieder kind een klein potje met deksel, waar een laagje zand inzit van 1 centimeter. Hier wordt het zaad bijgevoegd. De kinderen schudden het zaad en zand goed door elkaar. Ze kunnen nu de zaadjes beter verspreiden tijden het zaaien. Ieder kind trekt met zijn vinger een gleufje in de grond onder het gespannen touwtje. Hierin wordt voorzichtig het zaad gestrooid en toegedekt.

Deze week worden er eerst goed geharkt en gewied. Ieder kind heeft een plastic bakje om het onkruid in te doen. Daarna worden er twee korte touwtjes boven het tuintje gespannen. De kinderen zaaien bij het ene lijntje bietjes en bij het andere lijntje radijsjes. Met hun vingers maken ze kuiltjes waar het zaad in kan. De zonnebloemen die vorige week werden gezaaid staan al boven de grond. Omdat het buiten nog koud is ’s nachts laten we ze nog een weekje in de klas staan.

Deze aardappels staan al boven de grond. Vandaag worden er rode en groen pluk-sla gezaaid. Ook prei wordt gezaaid. Omdat het droog geweest is, mogen de kinderen hun tuintje water geven met de gieter. Het is handig om een buitenkraan naast de schooltuin te hebben. De zonnebloemen zijn goed gegroeid. Zij worden nu in de volle grond geplant.

De meivakantie is achter de rug. Het is drie weken geleden dat de kinderen in de tuin hebben gewerkt. Daarom beginnen ze weer met wieden. Als het onkruid wordt verwijderd. Daarna worden de wortels en radijsjes uitgedund zodat de wortels en radijsjes die in de grond blijven, de ruimte hebben om dik te worden. Deze middag gaan de kinderen ook twee bonen planten. Eén boon is al voorgetrokken in een bakje en kiemt al. De andere boon komt zo uit een zakje. De kinderen kunnen de komende weken de verschillen in groei waarnemen.

Ook deze week beginnen de kinderen met onkruid wieden en harken. Deze dag kan er geoogst worden. De kinderen knippen met een schaartje snijsla af. Ook een aantal radijsjes die dik zijn mogen uit de grond worden gehaald. Het bakje met snijsla en radijs gaat inclusief een receptkaartje mee naar huis. Over de aardbeien in de gemeenschappelijke tuin wordt een net gelegd. Het is leuk om te zien hoe groot de aardappelplanten al zijn. De afgelopen weken is het erg droog geweest. Er zat geen regen in de regenmeter. Daarom mogen de kinderen met een gieter hun tuin besproeien. De bonenplantjes komen al boven de grond. Er is al goed verschil te zien tussen de plantjes die voorgetrokken waren en de plantjes die uit de vorige week gezaaide boon komen.

Omdat het regent hebben de kinderen deze keer een verkort programma. Er worden wel tomatenplantjes in de grond gezet. Dit alles onder de paraplu 🙂
Het wieden vervalt deze week. Enkele tuinouders halen voor de kinderen er wat radijsjes uit die al erg groot zijn. Ieder kind krijgt iets mee naar huis.

Deze week wordt er radijs en pluksla geoogst. De pluksla knippen de kinderen af met een schaartje. Er wordt gewied en we zetten stokken bij de zonnebloemen. We bekijken de zaadbollen die aan de uien zijn gegroeid. Tenslotte begieten we de tuintjes met water en oogsten de eerste aardbeien.

Deze week worden de tomaten gediefd. De kinderen harken en wieden. Sommige kinderen oogsten al een ui.En ook de aardbeien worden geplukt. De worden geplukt in een grote bak. De tuinouders maken daarna voor ieder kind een beker aardbeien.

Deze week staat alleen in het teken van oogsten. De kinderen hebben allemaal een lege emmer mee naar school genomen. Alles wat goed m.u.v. bonen wordt geoogst. In de zomervakantie worden er twee vrijwillige oogstmomenten ingepland. Op deze momenten helpen de tuinouders de kinderen met de laatste oogst.

De jaarlijkse frietdag. Van de geoogste aardappelen uit de schooltuin worden verse frietjes gebakken. De tuinouders schillen de aardappels en laten aan de kinderen zien hoe je friet van aardappels snijdt. Alle kinderen van de groep eten mee op school. Zo wordt het schooltuinseizoen afgesloten. Met dank aan de tuinouders die van onschatbare waarde zijn!