CITO rekenen
CITO rekenen voor kleuters
Gelukkig is de Cito toets voor kleuters niet meer verplicht! Er zijn echter nog steeds kleuterleerkrachten die de toets van hun directie moeten afnemen.
Als blijkt dat de kinderen op een bepaald onderdeel van de CITO toets uitvallen, vraagt dit op deze scholen om actie. Bepaalde begrippen en inzichten kunnen geoefend worden, zodat er meer inzicht bij de kleuter komt. De materialen op deze pagina kunnen daar bij helpen.
Ruimtelijk inzicht bloem
Maak abstracte aspecten zichtbaar door met materialen te werken. Er zijn vier halve bloemen. Vouw de papieren met de halve bloemen dubbel op de stippellijn. Laat de kleuters raden welke bloem het wordt. Knip dan de bloem uit en laat zien of het inderdaad goed geraden was. Deze activiteit kan gegeven worden in de grote of kleine kring, maar ook aan individuele leerlingen.
Ruimtelijk inzicht cirkel
Maak abstracte aspecten zichtbaar door met materialen te werken. Er zijn vier halve cirkels. Vouw de papieren met de halve cirkels dubbel op de stippellijn. Laat de kleuters raden welke cirkel het wordt. Knip dan de cirkel uit en laat zien of het inderdaad goed geraden was. Deze activiteit kan gegeven worden in de grote of kleine kring, maar ook aan individuele leerlingen.
Ruimtelijk inzicht huis
Maak abstracte aspecten zichtbaar door met materialen te werken. Er zijn vier halve cirkels. Vouw de papieren met de halve cirkels dubbel op de stippellijn. Laat de kleuters raden welke cirkel het wordt. Knip dan de cirkel uit en laat zien of het inderdaad goed geraden was. Deze activiteit kan gegeven worden in de grote of kleine kring, maar ook aan individuele leerlingen.
Rekenen met huisnummers
Een prachtige set kaarten om in grote of kleine kring cijfers in de getalrij te oefenen. Knip de set huiskaarten 1-20 los. Dit zijn de kaartjes die kunnen worden neergelegd als oplossing. Als je ze lamineert, zijn ze ieder jaar opnieuw te gebruiken. Er zijn drie series met opgaven. Eén serie met straatjes aansluitende nummers van 1-20, één serie straatjes met even nummers, één serie huisjes met oneven nummers.
Huiskaarten nummer 1-20
Onderstaande kaarten kun je gebruiken in de groet en kleine kring.
Lessuggesties:
– Zijn er kaartjes bij van het nummer waar een kleuter woont?
– Welk nummer heeft de school?
– Leg uit dat veel straten de even nummer en de oneven nummers tegenover elkaar hebben.
– Gebruik de kaarten als flitskaartjes om de cijfers te benoemen.
– Leg enkele huisjes neer en laat een kind het huisje pakken wat erna moet komen.
– Leg enkele huisjes neer en laat een kind het huisje pakken wat ervoor moet komen.
– Idem maar dan alleen met de even nummers. Alle even nummers zijn blauw.
– Idem maar dan met de oneven nummers. Alle oneven nummers zijn oranje/rood.
– Leg een straatje van 20 naar 1.
– Geef alle 20 kaartjes aan verschillende kinderen en laat ze in zo’n rij gaan staan dat de kaartjes in de goede volgorde komen.
Lessuggesties:
– Zijn er kaartjes bij van het nummer waar een kleuter woont?
– Welk nummer heeft de school?
– Leg uit dat veel straten de even nummer en de oneven nummers tegenover elkaar hebben.
– Gebruik de kaarten als flitskaartjes om de cijfers te benoemen.
– Leg enkele huisjes neer en laat een kind het huisje pakken wat erna moet komen.
– Leg enkele huisjes neer en laat een kind het huisje pakken wat ervoor moet komen.
– Idem maar dan alleen met de even nummers. Alle even nummers zijn blauw.
– Idem maar dan met de oneven nummers. Alle oneven nummers zijn oranje/rood.
– Leg een straatje van 20 naar 1.
– Geef alle 20 kaartjes aan verschillende kinderen en laat ze in zo’n rij gaan staan dat de kaartjes in de goede volgorde komen.
Serie 1 A3 formaat: Welk nummer ontbreekt in de straat?
Een serie kaarten met straatjes. In ieder straatje is een huisnummer weggelaten. De kleuters moeten benoemen welk nummer er mist. Ze kunnen het bijpassende huisje van bovenstaande serie er op leggen. Als je deze huisjes print op A3 formaat, kun je de huisjes van de bovenstaande serie (A4) gebruiken bij het oplossen.
Serie 2 A3: Even nummers
Een serie kaarten met straatjes. In ieder straatje is een even huisnummer weggelaten. De kleuters moeten benoemen welk nummer er mist. Ze kunnen het bijpassende huisje van bovenstaande serie er op leggen. Ook van de losse huisjes die je hierboven downloaden kunt, zijn de even huisjes blauw.
Serie 3 A3: Oneven nummers
Een serie kaarten met straatjes. In ieder straatje is een oneven huisnummer weggelaten. De kleuters moeten benoemen welk nummer er mist. Ze kunnen het bijpassende huisje van bovenstaande serie er op leggen. Ook van de losse huisjes die je hierboven downloaden kunt, zijn de oneven huisjes rood.
Meten: Van vol naar leeg
Deze bladen kun je uitprinten en knippen. De kaartjes met de flessen kun je klassikaal gebruiken. Je kunt ze ook gebruiken in de kleine kring of voor een individuele leerling. Klik op de afbeelding voor een groot PDF bestand. Hieronder enkele lessugesties:
– Begin met drie kaartjes en laat kinderen de kaartjes van vol naar leeg leggen.
– Daarna van leeg naar vol, waardoor de kinderen goed door krijgen dat we links beginnen.
– Voeg steeds meer kaartjes toe.
– Vergelijk de flessen met elkaar. Er komen begrippen lang als: het meeste, minste, evenveel, hoger, lager, meer minder.
– Zet verschillende flessen met water neer, van vol naar leeg. Laat de kinderen de kaartjes bij de flessen zoeken.
– Laat de kinderen met een liniaal meten hoeveel sap er in de flesjes zit.
– Begin met drie kaartjes en laat kinderen de kaartjes van vol naar leeg leggen.
– Daarna van leeg naar vol, waardoor de kinderen goed door krijgen dat we links beginnen.
– Voeg steeds meer kaartjes toe.
– Vergelijk de flessen met elkaar. Er komen begrippen lang als: het meeste, minste, evenveel, hoger, lager, meer minder.
– Zet verschillende flessen met water neer, van vol naar leeg. Laat de kinderen de kaartjes bij de flessen zoeken.
– Laat de kinderen met een liniaal meten hoeveel sap er in de flesjes zit.
Meetkunde met schaduw
Kunnen kinderen de omtrekken van schaduwen herkennen en zien welk object er bij hoort? Met deze materialen kan het kind (of de groep) oefenen.
Reeksen met kralen
Een pakket met een kralenkaart en negen kaarten met ketting. Op iedere kaart staan twee kettingen met een reeks kralen. Het materiaal ziet er vrolijk uit en nodigt uit tot spelen en leren.
Je kunt de materialen uit printen en lamineren. De vierkante kaartjes moeten eerst uitgeknipt worden.
Je kunt de materialen uit printen en lamineren. De vierkante kaartjes moeten eerst uitgeknipt worden.
Doelen:
Het leren waarnemen, ontdekken en herhalen van reeksen en patronen.
Het omgaan met tellen en hoeveelheden.
Het onderscheiden van kleuren en patronen.
Het leren waarnemen, ontdekken en herhalen van reeksen en patronen.
Het omgaan met tellen en hoeveelheden.
Het onderscheiden van kleuren en patronen.
Lessuggesties:
De vierkante kaartjes worden gebruikt in combinatie met de kaarten waar een
ketting op staat. Deze kettingkaarten lopen op in moeilijkheid.
De oefening kan gebruikt worden in de grote of kleine kring of voor individuele leerlingen.
– Laat de kinderen voor de start van de oefening benoemen wat de eerste en de laatste kraal
van de ketting is.
– Benoem daarna wat de linkerkant en de rechterkant van de ketting is.
– Leer de kleuter dat we altijd links beginnen.
– Begin met kaart 1 en 2. Laat de kleuter bij elke reeks kiezen uit twee kralenkaartjes.
– Als de kleuter een kaartje heeft opgezocht, laat hem / haar zijn keus verwoorden.
– Als je ziet dat het kind de opdracht begrijpt, biedt dan kaarten aan met een reeks die
moeilijker is.
De vierkante kaartjes worden gebruikt in combinatie met de kaarten waar een
ketting op staat. Deze kettingkaarten lopen op in moeilijkheid.
De oefening kan gebruikt worden in de grote of kleine kring of voor individuele leerlingen.
– Laat de kinderen voor de start van de oefening benoemen wat de eerste en de laatste kraal
van de ketting is.
– Benoem daarna wat de linkerkant en de rechterkant van de ketting is.
– Leer de kleuter dat we altijd links beginnen.
– Begin met kaart 1 en 2. Laat de kleuter bij elke reeks kiezen uit twee kralenkaartjes.
– Als de kleuter een kaartje heeft opgezocht, laat hem / haar zijn keus verwoorden.
– Als je ziet dat het kind de opdracht begrijpt, biedt dan kaarten aan met een reeks die
moeilijker is.
In de grote kring kun je de de kaarten en kaartjes op de grond leggen en met de hele groep
de goede kralen bij de reeksen zoeken.
de goede kralen bij de reeksen zoeken.
Je kunt er ook een coöperatieve les van maken. Verdeel de kralenkaartjes en kettingkaarten
in de groep. De kinderen met de kralenkaart lopen rond en zoeken de persoon op die de kettingkaart
heeft waar hun kraal bij hoort en de kinderen met de ketting zoeken het kind met de juiste kraal op.
Ze gaan bij elkaar staan. Voor deze opdracht kun je de set kralenkaartjes meerdere keren
uitprinten.
in de groep. De kinderen met de kralenkaart lopen rond en zoeken de persoon op die de kettingkaart
heeft waar hun kraal bij hoort en de kinderen met de ketting zoeken het kind met de juiste kraal op.
Ze gaan bij elkaar staan. Voor deze opdracht kun je de set kralenkaartjes meerdere keren
uitprinten.
Dit zijn slechts vier van de negen kaarten in het pakket. Er is een Nederlandse en Engelse handleiding.
Voor deze download wordt een kleine vergoeding gevraagd. Klik op een afbeelding om naar de download te gaan
Rekenen Hinkelbaan
Meten en getalbegrip
Met onderstaande oefening kunnen de kinderen meten. Door het tellen oefen je direct het getalbegrip. Deze activiteit kan in de grote of kleine kring worden aangeboden of aan een individuele leerling. Het eerste blad is eenvoudig, het tweede blad iets moeilijker en het derde blad geeft uitdaging. Je kunt de bladen ook op het digibord aanbieden.
Hieronder wat les suggesties:
– Zoek plaatjes waar evenveel rupsen als appels zijn.
– Zoek plaatjes waar meer rupsen dan appels zijn.
– Zoek een plaatje waar meer appels dan rupsen zijn.
– Zoek een plaatje waar minder appels dan rupsen zijn enz.
– Waar zie je meer rupsen dan het plaatje wat jij aanwijst?
– Waar zie je minder rupsen dan jij aanwijst?
– Hoeveel appels moeten er bij om voor iedere rups een appel te hebben? enz.
– Zoek plaatjes waar evenveel rupsen als appels zijn.
– Zoek plaatjes waar meer rupsen dan appels zijn.
– Zoek een plaatje waar meer appels dan rupsen zijn.
– Zoek een plaatje waar minder appels dan rupsen zijn enz.
– Waar zie je meer rupsen dan het plaatje wat jij aanwijst?
– Waar zie je minder rupsen dan jij aanwijst?
– Hoeveel appels moeten er bij om voor iedere rups een appel te hebben? enz.
Waar rupsen en appels staat, kun je voor de ander bladen ook lezen: konijnen en wortels of vlinders en bloemen.