Pech onderweg
Interactieve praatplaat
Allerlei video’s voor kleuters bij het thema ‘pech onderweg’. Scrol over de afbeelding om de linkjes te zien en klik op de stippen om een video te zien en te horen.
© Deze plaat mag niet op andere websites worden getoond.
© Deze plaat mag niet op andere websites worden getoond.
Interactieve liedlijst
Heel veel liedjes met beeld bij het thema ‘Pech onderweg’. Scrol over de afbeelding om de linkjes te zien en klik op de pijltjes om een liedje te zien en te horen.
Woordkaarten
Rollenspel
Maak van een stuurkar buiten een echte ANWB wegenwachtauto. De ‘monteurs’ van de Wegenwacht kunnen een veiligheidshesje aan. Ook een gereedschapsschort met wat plastic gereedschap is een must. Verder is het leuk om pylonen, banden, touwen als sleepkabels, oude ANWB-pasjesen oude mobieltjes aan het spel toe te voegen.De andere karren en fietsjes krijgen natuurlijk pech op het plein.
Liedjes
Schrijfpatronen
Rekenen
Kralenplank auto's
Knutselen
Met veel plezier werken de kinderen aan een collage van de wegenwacht. Ze werken er drie verschillende werklessen aan. Eerst knippen ze de auto en maken die af. De tweede keer verven ze een landschap met een weg. De derde keer kleuren ze een monteur en pylon. Ook plakken ze dan alles op.
Praatpaal knutselen, thema ‘Pech onderweg’
Hiervoor is een lege keukenrol, geel papier en geel ovaal papier nodig. De kinderen schrijven ook een nummer op de paal en plakken er een telefoontje op.
Gymles
Inleiding: Leg in het midden van de zaal een hoepel neer. Dat is de rotonde. Zet in de zaal banken (bruggen) en hoepels in standaard(tunnels). Laat de kinderen zelf een weg rijden door de zaal: Langs de rotonde, over bruggen en door de tunnel.
Kern 1: Het parcours is net als bij de inleiding. Nu rijden de kinderen in rijtjes van 2, 3 of 4. Maak als leerkracht af en toe een opstopping door een rode pittenzak omhoog te houden als stopteken. Een groene pittenzak steek je omhoog als de kinderen weer rijden mogen. Een houten stok kun je gebruiken als spoorboom om een weg af te sluiten. Daarna nemen de kinderen elkaar op sleeptouw. Eén kind zit op de grond en houdt de sleepkabel vast. Het andere kind sleept het kind aan de kabel door het lokaal (De kinderen die een paar vormen, moeten ongeveer even zwaar zijn).
Kern 2: Verspreid in de zaal maak je auto’s: 4 ringen als wielen, 1 ring is het stuur, in de voorwielen leg je ballen, tussen de achterwielen 2 rode pittenzakken als lampen. Er gaan 4 kinderen in een auto. De kinderen mogen om de beurt een poosje sturen. Geef als leerkracht aanwijzingen: links, rechts, rechtdoor, scherpe bocht, enz… Daarna mag ieder kind een wiel pakken en naar het midden van de zal rollen. Daarna gooien ze de lampen en het stuur zover mogelijk weg. Dan komt de wegenwacht. De kinderen verzamelen zo snel mogelijk al hun materialen en maken hun auto weer compleet en gaan als groepje in hun auto zitten.
Afsluiting: De kinderen zitten op de bank met aan beide kanten van de bank een been. Met hun rechtervoet geven ze gas zeggen ze ‘brrr’. Met hun linker voet remmen ze af en zeggen ‘ieieie’. De leerkracht houdt afwisselend de rode(remmen) en groene (rijden) pittenzak omhoog. Na een poosje zijn we thuis. Stap uit de auto en ga het huis (=kleedkamer) binnen.
Met dank aan Els!
Met dank aan Els!